vrijdag 12 februari 2016



"Aangezien de mensen niet in staat waren de sterfelijkheid, ellende en onwetendheid te verhelpen," schrijft Blaise Pascal in zijn Pensées, "zijn ze op het idee gekomen gelukkig te worden door totaal niet aan die dingen te denken."1


Ja verdorie mocht ik het talent bezitten dan kon ik over dit citaat een dik boek schrijven! Het is namelijk een gegeven dat ons mensen dagelijks in de ban houdt. Onze hele economie is er op gebaseerd, onze samenleving zit vastgeroest in de ban naar vooral niet stil te staan bij sterfelijkheid, ellende en onwetendheid. Maar af en toe komt er toch een moment dat we er niet meer naast of voorbij kunnen lopen.
Iemand dierbaar sterft en plots weten we het weer, ja verdorie wij kunnen sterven, ooit zullen we zelf sterven. Op een dag worden we zodanig ziek dat er niets meer hetzelfde lijkt als ervoor, we zitten in een diepe ellende en het is best mogelijk dat we nooit meer hetzelfde leven zullen kunnen leiden en al wat rest is … lijden!

Onze samenleving biedt ons zoveel mogelijkheden om pijn en ellende te verzachten en in feite vooral zoals Pascal het noemt om ons te verstrooien, om ons weg te houden van het ‘ongelukkig’ zijn. We kunnen alles in zetten om ons te verstrooien maar we moeten er wel een prijs voor betalen, letterlijk zeker want zonder geld kan men zich niets veroorloven om zich te verstrooien. Voor al onze wensen bestaat er blijkbaar een middel om ons ‘gelukkig’ te maken. Maar is dit werkelijk zo broodnodig?

Bijna drie jaar geleden stapte ik na mijn allerlaatste werkdag de ‘vrijheid’ tegemoet, mijn vervroegd pensioen nam na mijn allerlaatste nachtshift een aanvang. Ik was euforisch, emotioneel in een ongekende staat van aanwezig zijn. Eén van mijn eerste reflecties was: “Waarom ben ik eigenlijk ooit begonnen met werken? Waarom heb ik veertig jaren lang mijn wezen gewijd aan het opvolgen van orders van een werkgever die ik naar mijn beste vermogen probeerde uit te voeren?” Natuurlijk deed ik het in eerste instantie omdat ik geld moest verdienen om een zogezegd ‘normaal leven’ te kunnen leiden en ja natuurlijk om uiteindelijk ook op pensioen te kunnen gaan. Maar verdorie ik vond en vind het nog steeds ‘a waste of time’!


Op jonge leeftijd kreeg ik op een dag een boekje cadeau van mijn vader: Siddhartha - Hermann Hesse. “Je moet dit eens lezen” zegde hij mij en dat deed ik. Kort samengevat beschrijft het boek een zoektocht van de persoon Siddhartha naar zichzelf en de betekenis van het leven. Het verhaal speelt zich af in India in een tijd waarin ook de historische Boeddha leefde. Achteraf bekeken was dit een belangrijk moment in mijn leven en spijtig genoeg hebben we samen geen conversatie over het boek gehad. Dit was deels te wijten door turbulente familieomstandigheden en gedeeltelijk doordat mijn vader zoals velen van zijn generatie zijn emoties voor zichzelf hield. Later nadat de man te vroeg was heengegaan van ons, besefte ik door het lezen van Pete Townshend’s boek: Horse’s Neck wat eventueel de reden is van deze algemene situatie. Het boek bestaande uit korte verhalen over adolescentie, het sterrendom en spiritualiteit vermeldde tevens dat vaders die mee deel hadden genomen aan een wereldoorlog er meestal niet emotioneel ongeschonden uit terug keerden.
Toen bestond er nog geen psychiatrische opvang of enige vorm van communicatie met opgelopen trauma’s en dat vertaalde zich in vaders die murw geslagen waren door hun oorlogservaringen! Mijn vader had deelgenomen aan de “Achttien daagse Veldtocht”(1940) en werd als krijgsgevangene naar een Duits kamp gebracht. Weinig of niets werd daar over verteld maar ik hoorde van mijn moeder wel dat hij verschrikkelijke gebeurtenissen had beleefd. Laat ik er echter ook onmiddellijk bij vermelden dat we niet mogen vergeten dat een oorlogssituatie met al zijn effecten op ieder mens, man, vrouw en kinderen zijn littekens achterlaat.
 In 1982 reisde ik voor de eerste maal naar Sri Lanka en Thailand en ter voorbereiding las ik in een reisgids over het boeddhisme. Ter plekke en dan voornamelijk in Sri Lanka werd de kiem gelegd voor een levenslange belangstelling voor deze religieuze stroming. Het boek Siddhartha las ik gretig opnieuw. Later bezocht ik talloze malen India en Nepal en nogmaals Sri Lanka. Deze belangstelling en ervaring met het boeddhisme en ook de andere religies ter plaatse deden mij ook anders aankijken tegenover onze westerse samenleving die ik reeds dank zij de tijdsgeest van mijn tienerjaren (mei 1968 om maar iets te noemen) kritisch onderging. Wat mij intrigeerde was dat het boeddhisme als hoofdprincipe het uitbannen van ‘het verlangen’ beschreef alsmede een ethische levensstijl en de ontwikkeling van de geest. Hier komt dan de directe schakel met de ‘verstrooiing’ van Blaise Pascal. Want het is uiteindelijk het verlangen dat ons meesleurt in een eindeloos rad van ‘willen hebben, bezitten en ja najagen van iets’ en eens we dan ‘dit hebben’ dan verdwijnt deze dwang maar verschijnt er weldra een nieuw verlangen.

Maar wat ik heb ‘geleerd’ is dat inderdaad door te proberen een bewust leven te leiden men zich veel gelukkiger kan voelen dan altijd maar te trachten te jagen op ‘verstrooiing’. Het is een lange en ononderbroken strijd en opgave om dit te bereiken, maar het loont zich ten zeerste. Het bewijst trouwens dat er inderdaad ogenblikken bestaan in ons mensenleven waarin geluk bestaat! Het zijn de momenten waar we naar niets verlangen maar waar we gefocust zijn op het moment zelf en gewoonweg vergeten dat we een ‘ik’ hebben.
Ik besluit met een waargebeurd voorbeeld.

Ik was in mei 2013 met mijn vrouw op safari in Tanzania en op een bepaald ogenblik tijdens een zonnige namiddag stopte onze chauffeur en tevens gids de jeep. We stonden stil te midden van duizenden gnoes die ons overal omringden zover het oog kilometers ver kon zien. Deze dieren stonden al knorrend en brullend te grazen van het Serengeti-gras en af en toe wierpen ze een blik op ons. Later bij het avondeten kwam bij mij de gedachte op dat dit tafereel buitengewoon was. Op dat eigenste moment had heel die massa bonkige gnoes ons gemakkelijk en gewoonweg kunnen vertrappelen en niemand had er iets van gemerkt. Maar dit gebeurde dus niet, alles was vredig en dit gaf zo een nederige en gelukkige sfeer dat het bijna magisch was. Er was geen verlangen er was gewoon ‘zijn’, één met de wereld één in het moment zonder besef van tijd …
Tot zover deze reflectie teweeggebracht door een filosofisch citaat.
Mei 2013 Serengeti Park, Tanzania
spotting de massa gnoes

__________________________________________
1 Blaise Pascal, Gedachten, vert. Frank de Graaff (Amsterdam: Uitgeverij Boom, 2009), 52

Bibliografie:

Hesse, Hermann. Siddhartha. Vertaald door A. M. H. Binkhuysen. Amsterdam: De Bezige Bij, 1983.

Niwano, Nikkyô. Hedendaags Boeddhisme: Een moderne interpretatie van de Drievoudige Lotus Soetra. Vertaald door Peter J. Stoops. Utrecht: Servire Uitgevers bv, 1996.

Pascal, Blaise. Gedachten. Vertaald door Frank de Graaff. Amsterdam: Uitgeverij Boom, 2009.

Rinpoche, Sogyal. Het Tibetaanse Boek Van Leven En Sterven. Utrecht/Antwerpen: Kosmos Uitgevers, 2014

Taimni, Dr. I.K. De Yoga-Sutra’s van Patanjali. Amsterdam: Theosofische Vereniging, 2014.

Townshend, Pete. Horse’s Neck. London: Faber and Faber, 1985.

woensdag 3 februari 2016

Karen Armstrong – Paulus Onze liefste vijand.



Karen Armstrong


                                                           









 Ik heb mij het nieuwste boek van Karen Armstrong aangeschaft. Het is door Girard dat mijn belangstelling voor de Bijbel en het verhaal van de man uit Nazareth heropgeflakkerd werd.
Hoe ik eigenlijk oorspronkelijk met het christendom in contact kwam begon alzo. 
 Ik onderging in de tweede helft van de vorige eeuw zoals zovele jongelingen de klassieke Rooms-katholieke noodzakelijkheden: het doopsel, de eerste eucharistieviering en het vormsel. Nietemin zijn dit nog steeds vaste waarden in onze tegenwoordige tijd zij het veel minder uitgesproken. Ter voorbereiding van deze rituelen maakte ik in het onderwijs kennis met de bijbelse verhalen. Het kwam mij toen allemaal statisch en ongeloofwaardig over. Ik vond het ook vreemd dat er zoveel mensen meegingen in dit verhaal met al zijn wetten en gedragingen en de kerk was voor mij letterlijk en figuurlijk een kille plek. In 1970 verscheen er echter de succesvolle Engelse rockopera ‘Jesus Christ Superstar’ met muziek van Andrew Lloyd Webber en met de teksten van Tim Rice. Er was een toneeluitvoering, een film en bovenal een prachtige dubbel muziekalbum.


 Het zette de Bijbel weer op de kaart voor velen. Hierdoor kocht ik een pocket uitgave van het Oude en het Nieuwe testament en ik las deze beide boeken met belangstelling uit. Ik was wel onder de indruk van het taalgebruik en de structuurindeling van de geschriften maar dat was het dan ook. Nietemin na verscheidene vakanties in India, Nepal en Sri Lanka enkele decennia later, begon de religie en het transcendentale mij meer en meer te intrigeren.
  Naar aanleiding van mijn intrede in de studie van de wijsbegeerte verdiepte ik mij verder in deze materie. Hierbij aansluitend had ik het reeds over het christendom in mijn blogbericht van 19 november 2015 waarin ik de apostel Paulus in samenhang met paus Fransicus vermelde. Een nieuwe bijbelse invalshoek verscheen met het recentste boek van Karen Armstrong met als titel: Paulus – Onze liefste vijand.



  Er wordt op een verhalende bijna filmische wijze beschreven hoe de joodse apostel Paulus een verwoede poging ondernam om het christendom te verspreiden. Dit verhaal is gebaseerd op de veertien brieven die vermeld staan in het nieuwe testament aangevuld met recente meningen hieromtrent. Paulus was tenslotte de eerste stichter van de kerk en hij richtte een kleine religieuze sekte op die tenslotte uitmondde in een wereldgodsdienst. Opmerkelijk daarbij is dat Paulus begreep dat Jezus zijn levensvisie wou uitdragen aan iedereen, armen en rijken, mannen en vrouwen, aan heidenen en dus niet alleen aan joden. De apostel botste hierbij op enorme obstakels op politiek en ook op menselijk vlak in de toenmalige Romeinse tijd hetgeen in het boek van Armstrong levendig wordt beschreven. Op deze manier komt de leer die Jezus verkondigde beter tot zijn recht en kan men ook begrijpen waarom Paulus zo onder de indruk was van deze levenswijze. De bijbel is tenslotte in zijn eeuwenlange bestaan regelmatig hervertaald en aangepast naar de normen van zijn tijdsgeest, zodat het oorspronkelijke verhaal gewoon zoek is geraakt en met Armstrong's boek wordt het tegendeel bewezen.
    Twee passages vind ik opmerkelijk in de tekst waarin er aangehaald wordt dat er '… met Adam de zonde in de wereld kwam omdat hij uit eigendunk weigerde grenzen te aanvaarden om zelf ‘als een god’ wilde worden en daarmee het leed op aarde had gebracht ..' (Armstrong 2015, 142). Paulus draagt iets verderop ook aan '… dat met de Messias een nieuwe mens zijn intrede had gedaan, een mens die niet vasthield aan zijn ‘gelijkheid aan God’ zoals de caesars deden maar die zich van dat egoïstische streven had ‘ontledigd’ om ‘niets’ te worden...' (Armstrong 2015, 142)
  Volgens mij sluit dit volledig aan bij mijn eigen idee dat ik verkreeg door ervaringen en mijn zelfstudie over transcendentie, namelijk dat eens men zijn ego-zijn vergeet men dan pas een toestand kan betreden waarin men opgaat in het grote geheel. 
  Door meditatie kan men zijn denken een halt toe roepen of dus eigenlijk zijn ego stilleggen om alzo tot rust en tot inkeer te komen of in de beste omstandigheden tot deel van het niets te worden. Wat eigenlijk neerkomt op het versmelten met het al.
 Bidden is in zekere zin ook een vorm van meditatie waarbij het gebed een manier is om zijn alledaagse gedachten uit te schakelen door zich te concentreren op de gebedswoorden. Het besef hebben van onze nietigheid in de overweldigende natuur kan eveneens een toegang naar het transcendente openen. Je kan zo onder de indruk van bijvoorbeeld een zonsondergang komen dat je vergeet dat je bestaat, ook al duurt dit maar enkele ogenblikken. Anderzijds is een leven leiden met als norm (en deze norm vindt men terug in alle wereldreligies) dat je anderen behandelt zoals jezelf zou willen behandeld worden, een sleutel tot verdraagzaamheid, begrip en respect. Het is ook een liefdevolle actie die iedereen gelukkig maakt en deel uit maakt van het begrip  transcedentie, namelijk dat we allen één zijn.


Bibliografie:
Armstrong, Karen. Paulus: Onze liefste vijand. Amsterdam: Hollands Diep, 2015